De bisschop van Haarlem deelt de verontwaardiging van de parochiegemeenschap van Muiderberg over de diefstal van een tabernakel met kelk en geconsacreerde hosties. Hij roept de dieven op het tabernakel alsnog direct terug te bezorgen, m.n. ook voor hun eigen welzijn. Wie zich vergrijpt aan het heilige roept Gods toorn over zich af (vgl. “Mene Tekel”, Daniël 5, 1-30). Het gaat hier niet om goud of zilver maar om de Heer zelf die onder gedaante van brood aanwezig is in de volle werkelijkheid van “zijn Lichaam, Bloed, Ziel en Godheid”. De bisschop leeft mee met de parochiegemeenschap van Muiderberg en vraagt hen om in een moment van aanbidding eerherstel te geven aan de Heer.
|
Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters |
Voor het laatst gewijzigd: |