Overweging bij de Paaswake door de plebaan van de Kathedraal

De mooiste viering in het jaar

13 april 2006





De mooiste viering in het jaar
Is de nachtmis... zeggen velen. De kerken puilen uit.
Wij zijn daar als tot gastvrijheid geroepenen blij mee, uiteraard.
Maar -zegt bisschop Augustinus- ‘de paaswake
is de moeder van alle vieringen’ zeg maar
de mooiste en belangrijkste viering van het jaar.
Het nieuwe millennium zijn wij enkele jaren terug ingegaan
en nu na de eerste lente-vollemaan van 2006
komen wij weer samen...in de nacht. Het bleke
maanlicht is niet voldoende om ons bij te lichten.
Een geestelijke is achterin de kerk bezig met vuurstenen
en ademloos wacht iedereen af hoe aan een klein vuurtje
een grote kaars wordt aangestoken: ‘Licht van Christus’
wordt gezongen, tot driemaal toe steeds hoger.
Als alle aanwezigen hun kaarsjes hebben aangestoken aan de grote
paaskaars gaan we lezen. De eerste bladzijde van de Bijbel:
‘God sprak: er moet licht zijn!’ En het kwam:
God dank: de eerste dag!
Het water wordt opzij geschoven: er komt land in zicht!
De aarde wordt een goed land om in te wonen. Het land wordt
aangekleed met groen gewas, vogels vliegen langs het hemelgewelf
en dieren lopen in het vrije veld: alles is goed.
Kom daar nu maar eens om: dieren worden ‘geruimd’ bij duizenden
en of de aarde nog wel zo goed is??
Als kroon op het geheel wordt de komst van de mens beschreven
die alles nog mooier zal gaan maken:
en uitbundig zingen we: ‘zo werd het avond en morgen deze dag.’
God kan uitrusten omdat Hij ziet dat alles goed, zeer goed is.
O ja?? Het lijkt een verhaal uit een oude mooie droom.
Kijk maar naar de verharding in de harten van de mensen,
de steeds groeiende kloof tussen arm en rijk,
de troosteloze situatie in Irak en Jeruzalem: Gods vredesstad.
In onze eigen parochie zien we
hoe mensen in de bloei van hun leven door ziekte
uit dit mooie leven worden weggerukt.
De verhalenserie in de kerk gaat door. Het tweede verhaal klinkt:
over het volk Israël dat uit de harde slavernij wordt verlost.
In de lente gaat Mozes als gezant van God het conflict aan met de farao
en hij zal zijn volk voorgaan naar een nieuwe toekomst.
Geen zee gaat hem te hoog.

Als derde verhaal horen we het visioen van de profeet Ezechiël
die honderden jaren later leefde. Het volk was,
na enkele gelukkige eeuwen in Jeruzalem, in ballingschap gevoerd.
De levenden waren als doden. In Ezechiëls visioen richt een ruisende stormwind
de dode karkassen van de mensen van Israël weer op.
Veel om te verwerken. Moeilijk te geloven.

Daarom knielen wij in de kerk na dit verhaal allemaal neer
en bidden alle heiligen om hulp in een lange litanie.
Als hemels antwoord klinkt dan na drie Alleluia’s het paasevangelie:
van Marcus dit jaar.
Jezus, de aanvoerder van een nieuw mensenvolk, is vermoord.
In haast is hij in een graf gelegd.
Enkele vrouwen willen het begrafenisritueel voltooien
door het lijk te balsemen. Maar ze komen daar niet aan toe
en worden door twee mannen (engelen?) weggestuurd:
‘waarom zoek je de levende bij de doden.’
Ze moeten weer terug naar hun woonplaats
en daar zal hun vriend en leidsman Jezus hen voorgaan.
Hij is de voorganger van een nieuw soort mensen
die alles niet bij het oude laten. Daden van gerechtigheid
en nieuwe initiatieven worden gevraagd en... volharding tegen alles in.
Marcus vertelt hoe de vrouwen in paniek wegrennen
en niemand iets durven vertellen.
Daar kan ik mij iets bij voorstellen.
Het gaat je bevattingsvermogen te boven
en de buitenwereld is er nog niet aan toe.
Toch is die boodschap uitgelekt en zelf doorgegeven
tot in onze dagen toe. Mensen blijven komen
om hun kinderen te laten dopen,
om te rouwen en te trouwen.
Jonge volwassenen melden zich
-in deze jaren meer dan vroeger-
er is toch een andere geschiedenis gaande.
De geschiedenis van God die naar ons toekwam
-zoals wij dat met kerstmis vierden-
maar die solidair met ons verder gaat
trouw aan ons tot in de dood
ja tot over de dood heen.
Voor ieder van ons geldt de belofte van God:
Ik zal er zijn. En, wanneer we dreigen te bezwijken zegt Jezus ons:
Ik ben met U alle dagen.

Hein Jan van Ogtrop pr.




Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters Print artikel


Voor het laatst gewijzigd: