Als kardinaal, maar ook in de eerste maanden van zijn pontificaat heeft Benedictus XVI vaak gewezen op de twee grote ketterijen van onze tijd: het subjectivisme en het relativisme. Beide ontzenuwt hij in de eerste woorden, waar hij het christen-zijn omschrijft in de terminologie van de vorig jaar overleden antropoloog mgr. Luigi Guissani, stichter van de lekenbeweging Gemeenschap en Bevrijding: “Christen zijn is niet het resultaat van een ethische keuze of een verheven idee, maar de ontmoeting met een gebeurtenis, een persoon, die het leven een nieuwe horizon geeft en een beslissende richting.”
De encycliek is in twee delen verdeeld: het eerste behandelt de liefde die God “geheimvol en om niet” aan de mens aanbiedt, en de fundamentele verbinding tussen die Liefde en de werkelijkheid van de menselijke liefde. Het gaat dan om liefde die in het Grieks wordt omschreven met de begrippen eroos, agapè en philia.
In het tweede deel gaat de Heilige Vader - zeer concreet - in op de kerkelijke uitvoering van het gebod van de naastenliefde. De paus benadrukt de grote kracht van de oecumenische inzet op charitatief gebied; tegelijkertijd wijst hij op de grote betekenis van het gebed in het licht van het activisme en de toenemende ontkerkelijking van veel christenen die zich inzetten voor het liefdadigheidswerk.
Klik hier voor de Engelse tekst in MS Word formaat.
Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters |
Voor het laatst gewijzigd: |