Homilie tijdens de requiemmis voor de paus | 9 april 2005 |
Hoogheden, Excellenties, Monsignori, Broeders en Zusters, Velen van u zullen met mij de afgelopen dagen de ontroerende beelden vanuit Rome via de TV gevolgd hebben. Miljoenen mensen die zich verdringen om erbij te zijn. .. meer dan 2 miljoen pelgrims die uren lang, dagen lang soms in eindeloze rijen wachten om afscheid van hun paus te nemen. . .. Honderdduizenden jonge mensen die zingend door de straten trekken van de eeuwige stad... Ik heb er met fascinatie en verbazing naar gekeken. Mijn centrale emotie was niet rouw, maar vreugde. Vreugde dat het Johannes Paulus vergund was waardig te sterven en zelfs van de ziekte van zijn laatste jaren en van zijn sterven nog een prachtig getuigenis te maken voor Christus. Deze man heeft groots geleefd en is groots gestorven. Vreugde ook bij het zien van de eenheid en saamhorigheid van zovele mensen van alle rassen, volken, culturen, van vele overtuigingen en religies. Naar deze eenheid hunkert onze wereld. Deze paus heeft historische stappen gezet, niet één, maar vele. Stappen van toenadering tot het Jodendom, de Islam, tot oosterse religies en andere christelijke kerken. Niet vanuit relativering van de eigen geloofsinhoud - zijn verkondiging liet aan duidelijkheid niets te wensen over - maar vanuit het diepe besef dat liefde geen grenzen kent. Verschil van overtuiging, al gaat het tot in je vezels, mag nooit aanleiding zijn om op te houden om lief te hebben, begreep hij. Dan zouden we het hart van ons geloof verraden. Dat is het waarin terroristen zich zo grondig vergissen. Dit hebben de mensen gevoeld. Deze zomer was ik in militair verband in Ur in Zuid-Irak, het bijbelse Ur van de Chaldeeën, de plaats waar Abraham op Gods woord wegtrok, de plaats waarnaar de paus zo graag gegaan was, maar wat hem niet vergund was. Er was een Arabisch-islamitische gids die ons rondleidde en spontaan uitriep: “laat die fantastische oude man toch naar hier komen”. Het was in deze dagen zichtbaar en maakt ze zo historisch: de wereld verzamelt zich rond de baar niet alleen van het hoofd van de katholieke kerk, maar van een mondiaal geestelijk
Leider In de 10 jaar die ik nu bisschop ben, heb ik hem verschillende malen ontmoet en 5 maal persoonlijk mogen spreken. Ik heb hem zien worden van een krachtige dynamische persoonlijkheid, die met inzicht en humor het gesprek beheerste, tot een lijdende knecht Gods, die steeds meer de gevangene werd van zijn eigen lichaam en die je zelfs tijdens het gesprek zag vechten om het vol te houden, en zijn zending te volbrengen. Het tekende de diepe eenvoud van zijn persoon, die het aankon in zijn zwakheid gezien te worden. Hij was allesbehalve een ongenaakbaar prelaat. Ik herinner me van de laatste keer, dat we met een groepje de grote audiëntiezaal uitliepen en bij de uitgang nog even omkeken naar die kleine gebogen witte gestalte in die immense ruimte, toen hij ons uit de verte nog even vriendelijk toewuifde. Nu is het aan ons om hem uit te wuiven. We doen dat op de katholieke wijze door hem onze gebeden en de kracht van het offer van Christus zelf mee te geven op zijn weg in de eeuwigheid. Gisteren op het St. Pietersplein in Rome maakten de pelgrims op ontroerende wijze overigens wel duidelijk dat wat hen betreft deze paus dat gebed voor zichzelf nauwelijks meer nodig had. ‘Santo subito’ scandeerden ze minutenlang, onmiddellijk heilig verklaren. Ook kardinaal Ratzinger kon dit in zijn homilie meevoelen en zag de paus al staande in het raam van de hemelse woning, verder zorgend en zegenend. De mens die zijn levensreis beëindigd heeft en bij God is uitgekomen, zo geloven wij tenslotte, komt niet terecht een soort eeuwigdurend rusthuis, maar gaat verder in een groots geestelijk avontuur, dat ooit zal uitmonden in de lichamelijke opstanding, en hij wordt op nieuwe wijze ingezet in Gods liefdesplan met de mens. Deze paus blijft ons op nieuwe wijze behouden. De gebeurtenissen van deze dagen zeggen iets over de paus, maar zeker ook over onze tijd en wereld. De wereld is minder geseculariseerd dan we denken, en wordt het niet meer, maar minder. We leven in een tijd en een wereld die snakt naar woorden van hoop, van geloof, van liefde. Woorden ook over redding, over God en eeuwigheid. Ik heb het al eerder gezegd: de mens is ongeneeslijk religieus. Diep in zichzelf weet hij dat hij groter is dan de aarde, meer dan een intelligente aap of wandelende genenkaart, maar beeld en kind van God, geschapen voor de eeuwigheid. Een columnist tekende de woorden op van de paus tegenover journalisten: “Heb moed, durf een geheim tegemoet te treden”. Hij zegt eigenlijk: doorbreek de gevangenschap van de moderne mens die in een te eng rationalistisch eendimensionaal wereldbeeld gevangen zit en spiritueel hongert. De waarheid is niet tegen de ratio, maar oneindig veel groter dan alles wat wij met ons verstand kunnen bevatten. De grootheid en de belofte voor de mens reikt oneindig veel verder dan alles wat wij kunnen bevroeden. In Christus, Zijn menswording, dood en Opstanding, heeft God Zijn liefde voor de mens bezegeld, hem zijn ultieme waardigheid gegeven en alle deuren voor hem geopend. Door hem is er vergeving en verzoening voor iedere schuld. Door hem is er leven door de dood been. Door hem is er hoop in alle hopeloosheid… We hebben een getuige van Gods lief de en barmhartigheid in ons midden gehad. Een profeet ook die niet schroomde stelling te nemen in de grote morele, sociale en politieke vraagstukken van onze tijd. Die ijverde voor het leven en tegen een cultuur van de dood, die opriep tot ommekeer en met zijn encyclieken en preken hamerde op sociale rechtvaardigheid, vrede en vrijheid. Niet om katholieke standpunten op te leggen, maar om mee te denken, mee te trekken met een wereld die richting zoekt in het nieuwe millennium, vanuit de inspiratie van het evangelie en 2000 jaar geschiedenis. Een paus ook die het hele gewicht van zijn ambt in de strijd gooide tegen onderdrukking en totalitaire ideologieën. Zijn invloed werd gevreesd. Het beste bewijs heeft wel de Russische KGB geleverd, die geen andere oplossing meer zag dan hem te vermoorden. De KGB had echter niet gerekend met de hand van de hemelse moeder die -zoals de paus zelf getuigde - de richting van de kogel veranderde. Het was tenslotte haar dag, 13 mei, de dag van Fatima, en haar paus. Als jongeling had hij haar tot moeder genomen, indachtig het woord van Christus op het kruis: “Vrouw, ziedaar uw zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder”. Maria is ons gegeven, getuigde hij later zovele malen, niet als theologische theorie, maar als universele, concrete geestelijke moeder. Moge zij hem leiden naar de eeuwige glorie van haar Zoon. Moge zij ons en de hele mensheid als een moeder verder leiden op de weg naar diepere eenheid, naar vernieuwing van leven en wereld, een weg die getekend is door het glorievol kruis van Christus. Amen.
|
Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters |
Voor het laatst gewijzigd: |