Religieuzen zijn bezorgd over de ‘zorg’ 5 oktober 2005

Vanuit de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) is vandaag een delegatie van religieuzen naar Den Haag gereisd om aan de staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ross-Van Dorp, een brief aan te bieden, waarin zij hun zorgen en kritiek kenbaar maken. In deze brief stellen de religieuzen te kennen dat zij van mening zijn dat de zorg in Nederland niet meer afgestemd is op de menselijke maat. Dat geluid is natuurlijk de afgelopen jaren veelvuldig te horen geweest. Ook vanuit de religieuzen – broeders, zusters, fraters en paters – die in Nederland aan de wieg van veel instellingen in de zorgsector hebben gestaan. De religieuzen stellen dan ook: “Het gaat ons aan het hart dat onze erfenis anno 2005 zoveel pertinente vragen oproept. Vandaar deze brief.” en “Wij menen dat ons (pioniers-)werk ons het recht geeft deze bekommernis aan u voor te leggen.”

 
KNR
 
Wat willen de religieuzen? Naar hun mening moet de visie op zorg veranderen en van daaruit het beleid, de organisatie en de uitvoering van de zorg. De religieuzen geloven in een zorgvisie op menselijke maat. Deze zorgvisie moet bepalend zijn en economisch beleid moet daaruit volgen. Zij geloven niet in zorg op economische maat in een systeem van martkwerking, waarmee de zorg gereduceerd wordt tot een economische transactie. Ten diepste is zorg dragen een menselijke betrekking aangaan, geen contractuele afspraak. De religieuzen benadrukken hierbij expliciet dat hun kritiek de structuren geldt, niet de werkers op de vloer.

De religieuzen zetten hun zorgen in vier punten nader uiteen.

  1. Zorg wil zeggen: mensen bijstaan
    In de visie van de religieuzen op zorg gaat het om het bijstaan van mensen. Zorgen is primair het aangaan van een relatie tussen twee mensen: een mens die zorg behoeft en een mens die zorg kan en wil geven. Zorgen is met andere woorden niet hetzelfde als ‘dingen doen’. Zorgen is bijstaan, óók als er niets te doen valt. Steeds vaker wordt de mens niet gezien, het gebroken been of de monitor wel. Hierdoor wordt er leed toegevoegd, daar waar al leed is. De manier waarop de zorg nu wordt georganiseerd gaat uit van een heel andere visie: alleen datgene wat meetbaar en controleerbaar is, telt. De religieuzen roepen de staatssecretaris op de andere visie op zorgen – als bijstaan van mensen – uit te dragen en tot uitgangspunt van haar beleid te nemen.

  2. Héél de mens
    In de zorg moet het in essentie gaan om héél de mens. De hele mens bestaat uit meer dan een lichaam: ook de geestelijke, de sociale en de levensbeschouwelijke dimensie worden geraakt door ziekte, gebrek en ouderdom. Daarom is zorgen alleen goed zorgen als ook die dimensies aan bod komen. De religieuzen roepen de staatssecretaris op deze mensvisie tot uitgangspunt van haar beleid te maken en zo méér ruimte te creëren voor de zorg voor de héle mens; méér aandacht hiervoor te creëren in de zorgopleidingen en een betere basis te bieden voor de geestelijke verzorging in de zorginstellingen.

  3. Ouderen, gehandicapten en zieken zijn ménsen
    Zorgen is een politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Vanuit idealen van medemenselijkheid, naastenliefde, solidariteit en barmhartigheid kiezen religieuzen ervoor om voor alle mensen die dat nodig hebben zorg te dragen. Niet omdat deze mensen iets op zouden kunnen leveren, omdat ze van nut zijn, of op andere wijze wederkerig iets kunnen doen, maar omdat ze mensen zijn. Het zorgen voor ouderen, verstandelijk of lichamelijk gehandicapten of zieken kost geld. Hier is sprake van een morele keuze, gebaseerd op een breed maatschappelijk draagvlak en hieruit volgen kosten. De religieuzen roepen de staatssecretaris op in het publieke debat veel nadrukkelijker op te komen voor deze maatschappelijke verantwoordelijkheid, namelijk te zorgen voor hen die zorg nodig hebben en de politieke en financieel-economische consequenties daarvan te dragen.

  4. Recht doen aan zorgverleners
    De zorgverlener wordt in de huidige beleidsmaatregelen benaderd als een productaanbieder, niet als iemand aan wie een maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt toevertrouwd. Maar de mensen in de zorgsector moeten de ruimte krijgen om deze verantwoordelijkheid te dragen. Zij verdienen voor hun kwaliteiten meer maatschappelijke waardering voor wat ze doen en een hogere beloning dan ze nu krijgen. Zij zijn gemotiveerd en geïnspireerd om voor anderen te zorgen. Deze authentieke inspiratie willen de religieuzen recht doen. Dit is geen pleidooi voor een onbeperkt spenderen van gemeenschapsgelden. Maar zoals het nu gaat lijkt het alsof er kwartjes worden uitgegeven om dubbeltjes te bewaken. De religieuzen bepleiten het toevertrouwen van verantwoordelijkheden en het bieden van de benodigde discretionaire ruimte voor het uitvoeren ervan. Voorts pleiten zij voor het reduceren van de bureaucratische controlesystemen die getuigen van wantrouwen in de mensen die werken in de zorg.

Concrete verzoeken

  1. De staatssecretaris wordt gevraagd het initiatief te nemen om samen met academici en maatschappelijke organisaties, die al geruime tijd bezig zijn met het ontwikkelen van een zorgvisie op menselijke maat, te werken aan zo’n nieuwe visie voorbij het marktmodel. Hierbij valt te denken aan prof. dr. Andries Baart, dr. Annelies van Heijst, prof. dr. Frans Vosman, prof. dr. Marian Verkerk, em. prof. dr. Henk Manschot en aan Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders, en de Prof. L. Lindeboomstichting.

  2. De religieuzen constateren met spijt dat er sprake is van een toenemende tweedeling in de samenleving én in de gezondheidszorg. Armen in Nederland zullen dubbel worden getroffen, door een slechte gezondheid én door onbetaalbare zorg. Dit raakt de religieuzen diep. Vandaar dat zij zich tot de staatssecretaris wenden met een cri-de-coeur: voorkom dat onder een regering waarvan het CDA deel uitmaakt, armen bij ziekte dubbel worden getroffen. (Persdienst KNR)

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters Print artikel


Voor het laatst gewijzigd: