The Passion of the Christ 5 april 2004

In de week van 1 april ging de film ‘The Passion of the Christ’ van Mel Gibson in Nederland in première. Amerikaanse critici ontvingen de film met gemengde gevoelens en er ontstond al grote verontwaardiging over vermeend antisemitisme nog voordat de film was vertoond. Michiel Peeters woonde in Rome een voorpremière voor theologiestudenten bij en hij schreef voor Samen Kerk een impressie.

Leegte
Zonder iets te willen verklappen uit de film zelf, wil ik alleen vertellen wat father Thomson ons ter inleiding vertelde. Deze Amerikaanse priester was nauw betrokken bij de realisatie van de film. De film is het resultaat van een persoonlijke ervaring van Gibson, zo'n dertien jaar geleden, toen hij op het hoogtepunt van zijn Hollywood-roem was. Juist in die tijd ervoer hij een enorme leegte, een totale afwezigheid van zin, waarbij hij zelfs dacht aan zelfmoord. De overweging van het lijden van Christus - waarmee hij door zijn gelovige jeugd vertrouwd was - heeft hem doen begrijpen dat zijn eigen pijn een betekenis heeft binnen dit grote mysterie. De film is de vrucht van jarenlange meditatie over Jezus' lijden. Het is daar een persoonlijke interpretatie van, niets meer of minder.

Geen enkele producer of financier wilde of durfde zich aan de film te committeren, zodat Gibson de film uit eigen zak betaald heeft. Inmiddels is The Passion in de VS al een groot succes, vergelijkbaar met Harry Potter en de Lord of the Rings. Elke opnamedag begon met een gezamenlijke eucharistieviering en gedurende de dag baden de crew-leden op de set samen de rozenkrans. James Caviezel, die de rol van Christus speelt, moest elke ochtend minstens vier uur ‘geschminkt’ worden; hij gebruikte deze tijd voor meditatie en gebed. Als je hem Christus ziet vertolken, dan begrijp je dat het inderdaad niet anders kan, of hij moet zich (in gebed) intens met Hem vereenzelvigd hebben. De film is feitelijk een grote kruiswegoefening, dus een mogelijkheid tot een intense vereenzelviging met Christus en met zijn lijden, en dat met moderne middelen. Hij is net zo hard als het lijden zelf was, voor Christus, voor Maria en Johannes, en voor de mensen langs de weg.

Meegaan tot het uiterste
Als het nog niet duidelijk was: de film is mijns inziens zeer de moeite waard, ik denk zelfs een mijlpaal in de geschiedenis van de verbeelding van het leven van Jezus. Maar ik vind het geen film om met mensen naartoe te gaan die Christus niet (willen) kennen. Het is niet simpelweg een ‘evangelisatiemiddel’ . Ik vind het een ‘medium’ voor de leerlingen van Jezus, voor hen die zich zijn vrienden weten en die daarom tot het uiterste met Hem willen meegaan. Zonder echter een beleefde ervaring van de Kerk, van een gemeenschap waarin de verrijzenis zichtbaar is, is het lijden van Jezus een onmenselijke vertoning, die in het beste geval onbegrip en medelijden, en anders onbegrip, afschuw en spot oproept (werkelijk: zonder de aanwezigheid van Maria zou de film alleen maar keihard en afschuwelijk zijn). Maar als je kijkt met de ogen van Maria of - wat nog gemakkelijker is – van de zwijgende Johannes, die de ogen van zowel Christus als Maria op zich weet, kan het overwegen van dit lijden een ervaring zijn die je sterk doet groeien in de kennis van en de liefde voor Christus, zijn betekenis voor de wereld en in de geschiedenis.

Rome, maart 2004
Michiel Peeters

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters


Voor het laatst gewijzigd: