Vicaris-generaal mgr. Martin de Groot:
40 jaar in dienst van de Haarlemse Kerk
27 juli 2004

Op 1 september a.s. is het 40 jaar geleden dat vicaris-generaal en officiaal Mgr. drs. M.J. de Groot in dienst is getreden van het bisdom Haarlem.

Uit dankbaarheid voor zijn grote verdiensten voor de Kerk van Haarlem zal hem een feestelijke middag aangeboden worden op vrijdag 3 september a.s. Die middag zal er op 15.00 uur een plechtige eucharistieviering plaatshebben in de parochiekerk van de H. Joseph, Jansstraat 43 te Haarlem. De Josephkerk is gelegen op loopafstand van station Haarlem CS en het Bisschopshuis. Van 16.30 uur tot 18.30 uur is er gelegenheid de jubilaris te feliciteren tijdens een feestelijke receptie in het Bisschopshuis, Nieuwe Gracht 80 te Haarlem.

Hieronder geven wij enkele fragmenten uit een vraaggesprek dat bisdomblad Samen Kerk enkele jaren geleden met de vicaris-generaal had, bij zijn 40-jarig priesterfeest.

"Ik rijd met de ogen dicht overal heen." Het lijkt nauwelijks overdreven, als je hoort wat mgr. dr. M. de Groot, vicaris-generaal van het bisdom Haarlem en op 1 september veertig jaar in dienst van het bisdom, zoal heeft rondgetoerd in 'zijn' bisdom.

Martin de Groot wordt op 3 september 1933 geboren in Amsterdam in een gezin met vier kinderen: "Ik heb geluk gehad met een vader die loyaal was aan vrouw en kinderen en een moeder die continu een daadwerkelijk liefdevolle vrouw was. Ik heb inmiddels begrepen bij mijn werk dat problemen van volwassen mensen (onderling) nogal eens te maken hebben met de gezinnen waaruit ze komen. Ik ben mijn hele leven dankbaar geweest voor een stabiel gezin. Mijn persoon, zo mag ik zeggen wordt getypeerd door beide aspecten van deze opvoeding, van deze twee mensen: liefde voor de medemens en loyaliteit met de levensopdracht die je op je hebt genomen, met het priesterschap."

Kort na de oorlog ging Martin de Groot naar het kleinseminarie Hageveld. Waarom?

"Ik had een tien jaar oudere neef, hij was karmeliet, een uitstekende vent. Binnen de familie was hij voor mij als een lamp, een lichtend voorbeeld. Daarnaast hadden wij in de parochie, de Gerardus Majella in A'dam Oost, een pastoor met drie kapelaans. Als misdienaar werd ik aangetrokken tot het leven van die geestelijken."

In 1960 volgde de priesterwijding door mgr. Huibers. "Ik heb geluk gehad dat ik een jaar kapelaan werd in Castricum. Ik wilde de basispastoraal in. Mgr. van Dodewaard vroeg mij om kerkelijk recht te gaan studeren. Ik weet nog dat ik antwoordde: 'Hoe kunt u mij nu uit Castricum weghalen als ik nog niet eens voorde eerste maal in mijn huisbezoekwijk rond ben!' Daar in Castricum gaf ik ook als jong broekie catecheseles aan de Mulo. Dat vond ik prachtig. Maar Van Dodewaard zei: 'Ik heb een jurist nodig'. Ik ben naar Rome gegaan zonder dat ik wist wat "ja" en "nee" was in het Italiaans. Daar ben ik de opleiding zowel van Hageveld als die van Warmond enorm gaan waarderen. Wat de leraren en docenten mij hebben meegegeven heb ik pas in Rome en daarna echt leren inzien. Ik heb er de opening van het Concilie meegemaakt en, omdat ik woonde in het Nederlands College, ook het hele bisschoppencollege. Na mijn studie, in 1964, kreeg ik een dubbele benoeming, tot secretaris van de bisschop en rechter aan de kerkelijke rechtbank van het bisdom. Kort na het concilie vond ik de bisschop dood in bed - dat was de eerste bisschop die ik na zijn overlijden het huis uitdroeg. Toen kwam mgr. Zwartkruis. Hij begon als eerste bisschop een college van vicarissen te vormen. Tot dan toen was het gebruikelijk dat een bisschop een of twee vicarissen-generaal had. Zwartkruis benoemde een vicaris-generaal en vier bisschoppelijk vicarissen, onder wie mijn baas op het officialaat, mgr. Harry Kuipers. Ik werd toen vice-officiaal met de feitelijke verantwoordelijkheid voor het officialaat. En toen Kuipers vicaris- generaal werd, werd ik officiaal. Op verzoek van mgr. Van Dodewaard heb ik het juridisch secretariaat opgericht. En bij de invoering van de nieuwe Codex in 1983 werd ik kanselier. Mgr. Zwartkruis wilde met emeritaat gaan, maar het heeft niet zo mogen zijn. Ik heb hem 's morgens naar de Mariastichting gebracht en 's avonds de ogen gesloten. Toen kwam de periode van mgr. Bomers, ook zo'n 15 jaar. Vier jaar voor zijn dood vroeg hij mij of ik bisschoppelijk vicaris wilde worden. Tot hij op de Parklaan een hartinfarct kreeg - dat was mijn derde bisschop. Bij alle drie de overlijdens is mij opgevallen hoe weinig mensen zich hebben gerealiseerd wat dit persoonlijk voor de huisgenoten betekende. Als een man zijn vrouw verliest, of omgekeerd, dan beseft iedereen welk verlies hij of zij lijdt. Maar ik heb vijftien jaar het leven gedeeld met mgr. Zwartkruis, en met veel plezier. Ook mgr. Bomers was vijftien jaar lang huisgenoot. Na de dood van mgr. Bomers werd mgr. Punt Apostolisch Administrator. Hij vroeg mij of ik vicaris-generaal wilde zijn in de tussenperiode. Zo heb ik meer dan 35 jaar in het bisschopshuis gewoond - met plussen en minnen zie ik terug op hele gelukkige jaren. Ik wil mijn dank uitspreken naar de zusters van het bisschopshuis: eerst de zusters van de Voorzienigheid, toen de Augustinessen en tenslotte de Dochters van het H.Hart. Ik heb 35 jaar kunnen gadeslaan wat die allemaal direct voor de bewoners van het bisschopshuis en indirect voor de Haarlemse Kerk hebben gedaan. Die zusters moeten de hemel in geprezen worden."

Naast zijn reguliere werk was mgr. De Groot een tijdlang rondreizend assistent van mgr. Van Dodewaard, en nu alweer tientallen jaren assisteert hij in de Sint Jozef in Haarlem. Regelmatig gaf hij bezinning aan een groep zusters Ursulinen van Bergen.

Kunt u iets aangeven van de veranderingen die zich in de loop van de afgelopen veertig jaar hebben voorgedaan?

Begin jaren zestig lag er het beeld van een volledig geordend kerkelijk leven. Ik kan dat het beste typeren vanuit het bisdom. We hadden op het secretariaat een wand met archiefdozen, vol met voorgedrukte formulieren: doopformulieren, dispensaties, enz. We maakten 's morgens de post open, je zocht er het juiste formulier bij, vulde wat in en het werk was klaar. Er ging zelden een individuele brief uit. Het kerkelijk leven lag gebed in vaste contouren. In de loop van die veertig jaar zie je enorm veel gebeuren: de volkskerk is geworden tot een keuzekerk, waarin je iedere persoon en ieder kerkelijk orgaan individueel benadert. Anders gezegd: aan het begin heb ik een explosie meegemaakt van uitbreiding van steden en dorpen, van oprichting van nieuwe parochies en consecraties van kerkgebouwen, terwijl we ons nu druk maken om het gebouwenvolume te laten krimpen. Een voorbeeld: in 1965, tijdens een van de laatste zittingen van het Concilie, stond ik in de pauze met mgr. Van Dodewaard en enkele andere bisschoppen in de Sint Pieter koffie te drinken. Ze raadpleegden hun agenda's: een van hen zei dat hij binnenkort een kerk moest inwijden. Mgr. Van Dodewaard keek in zijn agenda en zei: ik moet de komende weken vijf kerkgebouwen consacreren. Die uitbreiding was een ongelooflijke krachtsinspanning. Toen ik gewijd werd, waren we met 17 neomisten voor het bisdom Haarlem. Het was ongelooflijk wat je in de daarop volgende jaren aan uittredingen meemaakte. Van onze groep waren dat er tien. Niettemin: in 1960 kon je dus als bisschop over 17 priesters beschikken. Nu is de grote zorg dat er uit ons eigen bisdom nauwelijks nog een priesterroeping opstaat. Ik heb er overigens altijd met een zin voor betrekkelijkheid naar gekeken. Ook het menselijk leven verloopt met toppen en dalen. In de jaren vijftig en zestig waren er toppen, nu zitten we in een dal: dat zie ik als iets betrekkelijks. Het zou wel eens kunnen zijn dat die Haarlemse kerk nu weer aan de beurt is voor een toppertje. Een opvallende verandering is die in pastoraat. In de jaren '60 waren de gelovigen object van pastoraat. Als je nu ziet hoeveel gelovigen als vrijwilliger hun schouders eronder hebben gezet moet je zeggen: wat je aan aantallen mist, win je aan kwaliteit.

Giften voor de bouw van een kerk in Nekemte, Ethiopië, kunnen gestort worden op girorekening 494.34.20 ten name van: Project Ethiopië onder vermelding van jubileumbijdrage Mgr. De Groot.

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters Print artikel


Voor het laatst gewijzigd: