“Vandaag heerst er een grote stilte op aarde”
Vandaag heerst er een grote stilte op aarde; een grote stilte en verder een grote verlatenheid. Een grote stilte want de Koning slaapt. De aarde heeft gebeefd en is tot rust gekomen, omdat God in het vlees is ingeslapen en hen die sedert eeuwen sliepen, heeft Hij doen opstaan (...). Voorzeker gaat Hij onze eerste voorvader, zoals het verloren schaap, zoeken. Ongetwijfeld wil Hij ook hen die in de duisternis en de schaduw van de dood gezeten zijn (Lc. 1,79), bezoeken, ongetwijfeld gaat Hij de gevangen Adam en ook Eva, die met hem gevangen zit, van hun smarten bevrijden, Hij, hun God en hun Zoon (...). Ik ben uw God, degene die omwille van u uw zoon geworden is (...). Ontwaak, gij die slaapt, want Ik heb u niet daarom geschapen, opdat gij hier in de onderwereld geketend uw dagen slijt. Sta op uit de doden, Ik ben het leven van de doden.
Uit Katechismus van de Katholieke Kerk 635