Eeuwfeest Heiloo: Wie heeft tastbare herinneringen voor historische tentoonstelling? | 13 juni 2004 |
In 2005 is het honderd jaar geleden dat na eeuwen van verwaarlozing het bedevaartsoort Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo in ere werd hersteld. In honderd jaar tijd beleefde ‘het putje van Heiloo’ opkomst en bloei met alle tradities die wij nu associëren met het Rijke Roomse Leven, maar ook neergang en nu de laatste jaren hernieuwde belangstelling.
Feestelijke tentoonstelling
Om dit eeuwfeest in stijl te vieren wordt een tentoonstelling ingericht, die gedurende de zomermaanden van 2005 te zien zal zijn. De jubileumcommissie streeft er naar in deze tentoonstelling de geschiedenis van honderd jaar Onze Lieve Vrouw ter Nood zichtbaar te maken in foto’s en documenten, in gebruiksvoorwerpen, devotionalia, enzovoorts.
In Heiloo zelf en in de streekarchieven is uiteraard materiaal aanwezig, maar het is onvoldoende om een mooie en representatieve tentoonstelling te kunnen inrichten. Veel bedevaarten vonden bijvoorbeeld plaats in groepsverband en waren jaarlijks terugkerende evenementen. Scholen, afdelingen van vakbonden enzovoorts, trokken ieder jaar te voet, met de fiets, per bus of per trein naar Heiloo. Daar waren programmaboekjes van, er werden wellicht vaandels meegevoerd, of geschenken gebracht.
Aanmelding
Hebt u zelf tastbare herinneringen aan bedevaarten naar Heiloo in de vorm van bijvoorbeeld foto-, video- of filmmateriaal en wilt u dat beschikbaar stellen voor de tentoonstelling? Of weet u waar dergelijk materiaal zich bevindt? Neemt u dan contact op met: Zr. Humilia, Kapellaan 13 1851 PE Heiloo, telefoon 072 505 1288 of via de e-mail onzelievevrouwternood@hetnet.nl
Praktische zaken
Omdat de opslagruimte voor de tentoonstelling pas volgend jaar beschikbaar komt, willen wij iedereen met klem verzoeken nog geen materiaal op te sturen of in te leveren. Als u materiaal aanmeldt, neemt een van de leden van de werkgroep contact met u op. Er wordt een afspraak gemaakt om uw bijdrage te beschrijven en te fotograferen. Eventueel transport naar de tentoonstelling volgt dan in het voorjaar van 2005. Het spreekt vanzelf dat wij u garanderen dat u het materiaal na afloop van de tentoonstelling weer in ongeschonden staat terug krijgt.
Onze Lieve Vrouwe ter Nood
Het eeuwfeest van de heropleving
Legende van het heiligdom Koeienhoeder Nelis uit het gehucht Runxputte ging in het voorjaar – ergens in het begin van de 15e eeuw of aan het einde van de 14e eeuw? - kievitseieren zoeken op het land van boer Siemen. Hij trapte daarbij op een kantig blok onder het zand. Het was een houten beeldje van Maria met het Jezuskind. Zijn moeder veegde het beeldje schoon en borg het in een oude koffer om het de volgende dag naar de pastoor te brengen. Maar toen Nelis zich 's morgens over het land van boer Siemen weer naar zijn koeien repte, vond hij bij een kuiltje met drie kievitseieren opnieuw het houten beeld van de Moedermaagd…
De wind zal waaien... Tegelijkertijd voer een rijk koopman uit Alkmaar, Johannes Mors, op zee. Hij dobberde al dagenlang rond omdat er geen wind was en inmiddels werden hij en zijn matrozen met de hongerdood bedreigd. Toen droomde Mors van het Runxputter beeldje van Nelis, zonder dat hij er ooit van had gehoord. Een vrouwenstem zei: "De wind zal waaien als je mij vereren gaat!". En zijn schip voer mee met de zuidenwind…
Toen hij later het gehucht Runxputte had gevonden, liet hij een stenen kapel bouwen, waarover al in 1409 een rector werd aangesteld. Vanaf dat moment stroomde het volk toe en zocht het troost bij de Maria, die immers alle noden van de mensen kent.
Ruďne
Tijdens het beleg van Alkmaar wordt de kapel verwoest. Dat was in 1573. In deze periode is waarschijnlijk ook het originele beeldje verloren gegaan. Een ruďne blijft over, die in 1637 op last van de Staten van Holland wordt opgeruimd. Desondanks blijven de pelgrims komen. Als in 1713 eeuw de veepest uitbreekt in Noord- en Zuid-Holland, begint de gedempte Runxputte op wonderbaarlijke wijze weer volop water te geven. De boeren geven het water als geneesmiddel aan het zieke vee en de Runxputte is voortaan de Mariabron. Nog altijd wordt aan het water uit deze bron een geneeskrachtige werking toegeschreven.
In de 19e eeuw proberen diverse overheden de bedevaarten en processies te belemmeren. Zo wordt het terrein in 1817 omheind en bewaakt door de politie. Dan koopt pastoor Geenen van Heiloo in 1902 uiteindelijk het terrein terug en op de plek van de ruďne worden op initiatief van Gerrit van den Bosch, een fabrikant uit Alkmaar, in 1905 weer min of meer officiële bedevaarten georganiseerd. Wat later worden beide huidige kapellen gebouwd. In 1985 stelt mgr.Bomers het bisdom onder de bescherming van Onze Lieve Vrouwe ter Nood.
Heropleving
Daarmee was 1905 het keerpunt in de geschiedenis van Heiloo als bedevaartsplaats. Daarom wordt het jaar 1905 ook wel aangeduid als het begin van de heropleving. In 2005 is dat dus precies honderd jaar geleden. We vieren dan ‘Honderd jaar heropleving’. Het bestuur van de bedevaartsplaats wil dit eeuwfeest aangrijpen om een nieuwe impuls te geven aan de heropleving. Op de website kunt u meer lezen over de initiatieven hiertoe: www.onzelievevrouwternood.nl.
Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters |
Voor het laatst gewijzigd: |