De Vrouwe van alle Volkeren en het Jaar van de Rozenkrans
Homilie van Zijne Eminentie Ignace Moussa I Kardinaal Daoud
Prefect van de Congregatie van de Oosterse Kerken
Syrisch-katholiek Patriarch Emeritus van Antiochië
Kardinaal Daoud |
Graag wil ik mijn grote dank uitspreken aan Mgr. Jozef Maria Punt, bisschop van Haarlem, voor zijn hartelijke uitnodiging en aan hen die deze gebedsdag georganiseerd hebben, met name pater Paul Maria Sigl en de Familie van Maria de Medeverlosseres. U allen die hier aanwezig bent wil ik van harte groeten, eerwaarde collega-bisschoppen, priesters, religieuzen, jongeren, gezinnen en pelgrims die van heinde en verre gekomen bent om Maria, de Moeder van alle Volkeren te vereren. Met u deel ik uw geloof, uw enthousiasme, uw gebed voor vrede, vergeving en liefde in de wereld. Moge Maria, de Vrouwe en Moeder van alle Volkeren, ons eerbetoon aanvaarden en ons verhoren en zegenen!
De essentiële elementen van dit thema zijn van groot belang en van een grote actualiteit. Ze bieden ons de mogelijkheid om samen de betekenis van de rozenkrans en van het Jaar van de Rozenkrans te overwegen en de rol van de Vrouwe van alle Volkeren in dit Jaar van de Rozenkrans en in de internationale context.
Op 16 oktober 2002 gaf Zijne Heiligheid paus Johannes Paulus II aan de Kerk en de wereld twee geschenken van onschatbare waarde: zijn Apostolische Brief 'De Rozenkrans van de Maagd Maria' en de aankondiging van het Jaar van de Rozenkrans. Dit pauselijk document zal een helder licht werpen op onze overwegingen van vandaag en van heel dit jaar.
'Van jongs af aan, laat hij ons verder weten, nam dit gebed in mijn spirituele leven een belangrijke plaats in' (nr. 2). En hij voegt eraan toe: 'De rozenkrans is mijn favoriete gebed. Het is een prachtig gebed in zijn eenvoud en diepgang' (nr. 2). En hij sluit af met: 'Hoeveel genadegaven ontving ik niet van de heilige Maagd door het rozenkransgebed?' (nr. 2)
En wie van ons, die trouw de rozenkrans zijn blijven bidden, heeft er niet talrijke gunsten door verkregen voor zijn persoonlijke leven en voor anderen. Zelf heb ik sinds mijn jeugd altijd trouw de rozenkrans gebeden en overvloedige genadegaven ontvangen.
De zalige Bartolo Longo, apostel van de rozenkrans, wordt als voorbeeld genoemd in de Apostolische Brief. Hij bouwde in Pompeï een mariaal heiligdom en spoorde de mensen aan de rozenkrans te bidden en te propageren, met de woorden: 'Wie de rozenkrans doorgeeft, wordt gered!'
Onze heilige Vader de paus vertrouwt ons ook nog toe dat hij geen enkele gelegenheid onbenut heeft gelaten om het veelvuldig bidden van de rozenkrans aan te moedigen (nr. 2).
De Brief over het rozenkransgebed laat ons duidelijk zien dat Christus in dit gebed centraal staat (nr. 1). Tegen de achtergrond van de Weesgegroeten trekken de belangrijkste episodes uit het leven van Jezus Christus aan ons voorbij, zegt de paus.
Of we nu de blijde geheimen overwegen of die van het licht, de droevige of de glorievolle geheimen, we zien het gelaat van dezelfde Christus, onze Verlosser en onze meester. We beleven opnieuw de geheimen van zijn jeugd, zijn openbare leven, zijn lijden en zijn glorierijke verrijzenis, wat Johannes Paulus II tot de uitspraak brengt dat de rozenkrans een 'samenvatting van het evangelie' is (nr. 18).
Terwijl hij de alarmerende wereldsituatie in herinnering brengt die is ontstaan na de verschrikkelijke aanslagen van 11 september 2001, (en wat zou hij gezegd hebben na de afschuwelijke oorlog in Irak en de desastreuze gevolgen daarvan) verzekert Johannes Paulus II ons dat het herontdekken van de rozenkrans betekent dat we ons onderdompelen in de overweging van het mysterie van Hem die 'onze vrede' is, aangezien hij de verdeeldheid heeft opgeheven en de scheidsmuur – d.w.z. de haat – heeft neergehaald (Ef. 2,14) (nr. 6).
Zoals we kunnen vaststellen ontbreekt in onze verscheurde wereld het essentiële fundament van het leven in gemeenschap, nl. de vrede. Nooit is de wereld zo verscheurd geweest als nu. Nooit heeft de haat zoveel scheidsmuren opgetrokken tussen de volkeren als in deze tijd.
We hebben vrede nodig. We hebben dus Christus, 'onze vrede', nodig. Door zijn verlossend sterven heeft Hij de mens met God verzoend. Hij heeft de scheidsmuren neergehaald en door zijn onmetelijke liefde heeft Hij alle haat verdreven.
Tot Hem nemen wij onze toevlucht, opdat Hij onze wereld vrede, gerechtigheid, vrijheid, vergeving en liefde mag schenken.
Het leven van Maria was innig verbonden met het leven van Jezus. Men zou kunnen zeggen dat zij slechts uit Hem leefde. 'De Christusgeheimen zijn in zekere zin ook de geheimen van zijn Moeder' (nr. 24).
Alleen met de ogen van Maria kunnen we de geheimen van Jezus pas goed overwegen. Daarom is de rozenkrans, zoals de paus het uitdrukt, 'de weg van Maria' en we kunnen Maria geen groter plezier doen dan met het bidden van de rozenkrans. Want wat een moeder blij maakt is het opnieuw beleven van de kostbaarste en opmerkelijkste feiten, gebeurtenissen, periodes en momenten uit het leven van haar kind.
Door met deze moeder die belangrijke herinneringen te delen en ze ons opnieuw voor de geest te halen en op te roepen, doen we haar ongetwijfeld een groot plezier. Want dat is immers wat we doen als we de rozenkrans van de Maagd Maria bidden!
Voor Maria is deze devotie werkelijk de hoogste uitdrukking van onze liefde als haar kinderen. Zij wordt erdoor geraakt tot in het diepst van haar ziel, die jubelt bij het schenken van de genadegaven en zij snelt toe om onze Voorspreekster te zijn.
Net als in het verleden hebben wij deze voorspraak dringend nodig. 'In tijden dat de christenheid zelf bedreigd leek te worden, werd haar bevrijding toegeschreven aan de kracht van dit gebed en Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans werd aangeroepen als degene wier voorspraak redding kon brengen' (nr. 39). Temidden van de dreigingen en conflicten van onze tijd nemen wij onze toevlucht tot Maria.
Jezus heeft haar toevertrouwd aan Johannes toen Hij sprak: 'Zie daar uw Moeder'. Door Moeder van Johannes te worden, werd zij Moeder van de discipelen van Christus en daardoor Moeder van de Kerk en dus van de mensheid. Wat hier evangelisch en theologisch gezien logisch uit voortvloeit is de nieuwe titel waarmee zij nu aangeroepen wil worden: 'De Vrouwe van alle Volkeren'. Zij zal de Voorspreekster zijn voor de volkeren die in conflict met elkaar zijn. Zij is de Vrouwe van de Verenigde Staten én de Vrouwe van Irak. Zij is de Vrouwe van de westerse volkeren én de Vrouwe van de oosterse volkeren. Als Middelares tussen ons en haar Zoon zal zij alle volkeren van de aarde in eenheid brengen. Zij zal de scheidsmuren neerhalen, zij zal de vrede, de vergeving en de liefde brengen.
Daarom begroeten wij met grote vreugde de officiële verklaring die de bisschop van Haarlem op 31 mei 2002 publiek heeft gemaakt en waarin hij de bovennatuurlijke oorsprong erkent van de verschijningen van de Vrouwe van alle Volkeren die in Amsterdam plaats vonden van 1945 tot 1959.
Het is tot Maria, de Vrouwe van alle Volkeren dat we vandaag vol vertrouwen onze smeekbeden richten.
Wij willen geen oorlog, geweld en terrorisme meer.
Maria, Vrouwe van alle Volkeren, maak een einde aan alle oorlogen, conflicten en spanningen, aan alle geweld tussen de volkeren.
Maria, Vrouwe van alle Volkeren, help ons de weg te bereiden naar een nieuw Pinksteren van de heilige Geest, die - zoals onze bisschop het zegt - alleen de grote wonden van onze tijd kan helen! Amen.
Syrisch-katholiek patriarch emeritus van Antiochië,
Prefect van de Congregatie van de Oosterse Kerken
Persdienst bisdom / Wim Peeters
Voor het laatst gewijzigd: |