Hoop op een nieuw Pinksteren

vrijdag, 14 juni 2019

Afgelopen Pinksteren heeft de bisschop z’n veertigjarig priester­jubi­leum gevierd, samen met enkele klasgenoten, waaronder ook Mgr. Jan Hendriks. In 1979 waren ze met zessen de eerste wijdingsklas van het nieuw opgerichte seminarie Rolduc. Mgr. Hendriks werd datzelfde jaar iets later gewijd voor het bisdom Rotterdam.

Rolduc was toen de enige priesteropleiding in Nederland. Studenten kwamen uit het hele land. Op veler verzoek plaatsen we een samenvatting van de preek die de bisschop op z’n feest heeft gehouden.

Bij een jubileum denk je onwillekeurig terug aan het begin. Voor mijzelf was de stap naar het seminarie een forse overgang. Ik was al wat ouder toen ik op het seminarie kwam. Als net afgestudeerd econoom in Amsterdam, was ik het vrije studentenleven gewend. Ik droeg een leren jasje en reed in een Audi 100. Ik kan me nog goed herinneren dat de rector eens bij een inleiding voor de studenten wat kritisch opmerkte dat er seminaristen waren die in wel zeer grote auto’s reden. Aangezien ik de enige student was met zo’n grote auto, voelde ik me zeer aangesproken. Braaf heb ik hem ingeruild voor een klein Fiatje.

Bij de wijding waren we vol goede moed en grootse plannen, maar hadden nog geen idee van wat ons allemaal te wach­ten stond. Als jonge priesters kwamen we terecht in een tijd van scherpe polari­sa­tie. Het Concilie lag nog vers achter ons. Het had aan de fundamenten van het geloof niets veranderd, maar er was daarna wel een sfeer ontstaan dat alles anders moest, met de bijbehorende ver­war­ring en onzekerheid.

Eerste priesterjaren

Verandering was nodig, maar in dat proces waren ook wezenlijke dingen verloren gegaan. Essentiele waarheden van het geloof waren vervaagd, profane vormen en muziek de kerk binnen gekomen, veel eerbied en sacraliteit verloren. Dat was niet wat het concilie beoogd had. De kerk liep alleen iets sneller leeg. Ons aller priesterleven werd getekend door het zoeken naar een nieuw evenwicht. Enerzijds proberen recht te doen aan het Concilie en de gevraagde veranderingen in pastoraal, liturgie en een grotere inzet van de lekengelovigen, maar tegelijk zagen we het als onze taak om het authentieke geloof te behouden of terug te brengen: Een God die Liefde is, mens geworden, en onder ons is in de kracht van de Geest, op unieke wijze in Woord en Sacrament, met name in de heilige Eucharistie met ‘Lichaam en Bloed, Ziel en Godheid’, zoals het Concilie het formuleert. We hebben op die weg vreugde gekend, maar ook klappen opgelopen. En natuurlijk ook zelf af en toe verkeerde keuzes gemaakt, en mensen tekort gedaan.

Die tijd van verwarring en polarisatie is gelukkig grotendeels voorbij. Ik ben van dit bisdom en zijn mensen gaan houden, maar weet ook dat we er nog lang niet zijn. De sterke secularisatie van onze westerse cultuur, en fouten in de kerk zelf, hebben veel mensen van God en kerk vervreemd. Dat we ooit de erfenis van kindermisbruik, ook in onze kerk, zouden moeten meedragen, hebben we bij onze wijding in de verste verte nooit vermoed.

Nieuwe evangelisatie is de uitdaging waar we nu voor staan. Hoe de Geest van Pinksteren, het enthousiasme van de jonge Kerk weer terug te vinden? Sommigen verwachten voor de toekomst van de Kerk veel van uiterlijke veranderingen, maar dat hebben we allemaal al gehad. Wat we beleidsmatig ook kunnen en moeten doen, de kern is dat mensen innerlijk weer geraakt worden. Zij willen de kracht van het evangelie aan ons ervaren, aan priesters, maar ook aan gelovigen, aan de hele kerkgemeenschap. En terecht, de Heer heeft de Geest gegeven, niet als een mooie theorie, maar als de Trooster, die doopt met kracht en vuur. Zo is het ook altijd geweest. Over de missionering door de apostelen zegt de Schrift: “De Heer gaf kracht aan hun woorden, dankzij de tekenen die het begeleidden”. Pasen en Pinksteren waren geen theologische concepten, maar concrete verbluffende ervaringen.

Kracht in Woord en Sacrament

Er zit nog steeds grote kracht in woord en sacrament, in gebed en caritas. Als kapelaan las ik eens uit een kinderbijbel de parabel van de ‘Verloren Zoon’ voor op een school. De halve klas was in tranen. Via dit prachtige verhaal van de Heer zelf, kwam dat hele oer-menselijke besef van schuld en vergeving, liefde en verzoening, met kracht bij hen binnen. Een andere keer kwam een jongeman bij me met veel vragen en kritiek op de kerk, op priesters en gelovigen. Ik heb hem gezegd, daar kunnen we zeker over praten, maar hoe zit het met jezelf. Laten we het eerst eens hebben over waar jij zelf misschien tekort schiet. Hij was oprecht genoeg om ook dat te doen. Het werd een soort levensbiecht. Ik mocht een kruis over zijn leven maken. Daarna had ik een andere persoon voor me. Alle bitterheid was verdwenen. Hij straalde vrede en vreugde uit, en in die geest konden we toen verder over alles praten.

Vergeving is het hart van Pinksteren. Als Jezus na z’n Opstanding onverwachts voor zijn leerlingen staat, zegt Hij: “Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven…” Die volmacht is de eerste gave van de heilige Geest. Al het andere, vrede, vreugde, sterkte etc., komt daarna en volgt daaruit. Te velen realiseren zich dat te weinig. Ieder heeft tenslotte z’n eigen geschiedenis en eigen wonden. Daar begint de heilige Geest.

Nieuwe geest

Wat we nodig hebben is een nieuw Pinksteren. Daarvoor hebben de laatste drie pausen herhaaldelijk gebeden. Maar, zult u misschien zeggen, we zien alleen maar meer verval en ongeloof. Niets wijst op een nieuw Pinksteren. Ja, zo was het ook bij het eerste Pinksteren. Jezus was naar de hemel opgestegen. Velen hadden het geloof in Hem verloren. De kleine rest van z’n leerlingen zat bij elkaar in de bovenkamer, de ramen en deuren gesloten uit angst voor de Joden, lezen we in de Bijbel. Het enige wat ze nog konden doen en deden was volharden in het gebed, ‘samen met Maria, de Moeder van Jezus’.

En toen kwam de Geest, in vuur en kracht. Dat is ook nu het recept. Als wij blijven bidden met en rond Maria, en meer proberen te leven naar zijn Woord en Wil, zal de Geest opnieuw komen als niemand het meer verwacht. Zo is God. “Waar de zonde heeft gewoekerd, wordt de genade mateloos” zegt de Schrift tenslotte. Wie goed kijkt kan de eerste zwaluwen al zien. Hij zal de immense liefde van God, maar ook het kwaad van ons eigen hart en van de tijd, openbaren. De te grote kloof tussen arm en rijk, de zonden tegen het leven, vooral ook het ongeboren leven, tegen de eer van God en de waardigheid van de mens. Alleen daaruit kan ommekeer en vrede komen. Op zo’n nieuw Pinksteren heb ik ten diepste mijn hoop gesteld. Niet primair op eigen beleidsnota’s of grootse acties, hoe nodig die soms ook kunnen zijn, maar bovenal op de Heer zelf, die altijd een God van barmhartigheid en van verrassingen blijft.