Een nieuw Pinksteren
gepubliceerd: maandag, 9 mei 2016
Dit is een tijd voor diepere eenheid van alle christenen, voor radicalere solidariteit met de armen, voor terugkeer naar God.
Op zondag 1 mei was ik bij de Heilig Bloed-processie in Alkmaar. Het is een oude traditie die enkele jaren geleden in ere is hersteld. Ze gaat terug op 1 mei 1429. De pas gewijde priester Folkert celebreert z’n eerste heilige mis. Hij is zenuwachtig en morst van de geconsacreerde witte wijn. Die verandert op de corporale in rood menselijk bloed. Het wordt onderzocht en door de bisschop authentiek bevonden. Later wordt op die plek de Grote Kerk van Alkmaar gebouwd. Jaarlijks trekt een feestelijke processie ter ere van het mirakel door de straten van de stad. Tot aan de Reformatie. Tegen de diepste wens van de Heer in raken de christenen verdeeld. In katholieke landen worden de protestanten vervolgd. In overwegend protestantse landen de katholieken. Ook hier. De geuzenhoofdman Sonoy trekt met zijn mannen Alkmaar binnen. Alle beelden in de Grote Kerk worden stukgeslagen, zes Franciscanen opgepakt, naar Enkhuizen gebracht, en daar gefolterd en vermoord. De pastoor en de kapelaan worden op de stenen brug opgehangen.
foto: Nico Graaf
Heilig Bloedprocessie in Alkmaar
Maar gelukkig zijn de wonden geheeld. We zijn weer broeders en zusters van elkaar. Ook al zijn er nog verschillen, we hebben hetzelfde trinitaire Godsbeeld, en kunnen weer samen getuigen dat God bestaat, liefde is, en met ons door het leven gaat. En dat is cruciaal in een tijd waarin God uit het hoofd en het hart van zoveel mensen is verdwenen; een tijd ook waarin allerlei verwrongen godsbeelden mensen tot haat en geweld brengen. Samen getuigen we met kracht dat de Schepper van het universum geen eenzame Almacht is, maar liefde en relatie in zichzelf. Geen verre God ergens achter het universum, die toekijkt hoe wij hier op aarde wat aanmodderen, maar een God die zelf binnentreedt in onze geschiedenis, ons menszijn op zich neemt, onze lasten draagt, onze wonden heelt, en onze zonden vergeeft. Een God die intens bemint, maar ook bemind wil worden. De heilige Franciscus heeft dat ooit diep ervaren, en rende daarna de straat op roepende ‘amor non amatur’, ‘de liefde zelf wordt niet bemind’. Enige tijd geleden had ik een gesprek met een groepje ouderen. Plotseling barste een oude vrouw in tranen uit. Het bleek dat zij door haar kinderen volledig genegeerd werd. Soms zag ze die op straat voorbijlopen, maar zij bestond niet meer voor hen. Een intens en diep verdriet. Het kan ons misschien enigszins doen beseffen hoeveel meer nog de eeuwige Vader door het ongeloof, de lauwheid en onverschilligheid van zijn kinderen gekwetst wordt.
Maria, bruid van de heilige Geest
Maar hoezeer ook we ons als christenen steeds meer met elkaar verbonden voelen, er blijven nog enkele wezenlijke verschillen, waarvan de Eucharistie en Maria wel de opvallendste zijn. Toch is ook hier beweging. Ik kreeg ooit bezoek van een groepje jongeren uit de biblebelt. Zij wilden een musical maken over Maria, en dachten waarschijnlijk: die bisschop heeft iets met Maria, laten we eens met hem gaan praten. Ik heb hen uitgelegd dat wij als katholieken Maria echt niet als een soort godin vereren. Zij is een schepsel, maar met een onvergelijkbare waardigheid. Als je gelooft, heb ik hen gevraagd, dat Jezus de mensgeworden Liefde is, in wie ‘de Godheid in zijn volheid woont’, zoals de Bijbel zegt, kun je dan aannemen dat de eeuwige God een vrouw nodig had opdat zijn Zoon geboren kon worden, en dat zij daarna weer kon gaan? Dan maken we van Maria een soort ‘draagmoeder’. Als we Jezus aanbidden als de Zoon van God, dan moeten we toch aannemen dat er een unieke en blijvende relatie bestaat tussen de Drie-ene God en dit meisje. Dat is de basis van al onze Mariaverering. Vanuit die diepe eenheid met Gods heilige Geest kon de Zoon haar op het kruis in Johannes tot Moeder geven aan alle mensen van alle tijden. De jongeren waren het er mee eens en vroegen alleen: “Waarom hebben wij dat niet?” Ik heb uiteraard geantwoord: “Vraag dat maar aan jullie dominee.” Waar het Maria betreft, zien we bij de Reformatie een nieuwe openheid.
Het wonder van elke dag
Met de Eucharistie ligt het misschien wat moeilijker. “Dit is mijn Lichaam… Dit is mijn Bloed”, zegt de Heer bij het laatste avondmaal. We nemen Hem bij zijn woord. “Wie mijn vlees niet eet en mijn bloed niet drinkt, heeft het leven niet in zich”, had Hij eerder al gezegd, “want mijn vlees is waarlijk voedsel en mijn bloed is waarlijk drank.” Deze woorden gingen velen te ver. “Wie kan die taal nog verdragen”, klaagden ze en lieten hem alleen. Het is alle eeuwen door een ergernis voor het menselijk verstand gebleven. We proberen het, soms ook zelfs katholieke theologen, zo uit te leggen dat we er rationeel iets mee kunnen. Maar dan lossen we het mysterie op, letterlijk, en maken ons eigen beperkte denkvermogen tot maatstaf van Gods wondermacht. Hiervoor waarschuwde kortgeleden de paus: “Zonder besef van Gods Almacht en Majesteit, dringen we de realiteit onze eigen menselijke wetmatigheid op.” We hoeven niet alles te begrijpen met ons verstand. Sommige dingen van God gaan het oneindige te boven, en zijn alleen te vatten met het hart. Zoals een God die in zijn liefde
zover gaat dat Hij zichzelf maakt tot voedsel voor de mens. Een eucharistisch mirakel als in Alkmaar, in Amsterdam, recentelijk in Polen, en op zoveel andere plaatsen in de wereld is alleen maar een hulpmiddel voor ons wankele geloof. Laten we het als zodanig dankbaar aanvaarden. De Geest zal uiteindelijk ook hier eenheid brengen.
Een nieuw Pinksteren?
We kunnen het ons niet meer permitteren om verdeeld te zijn. Het is een wonde in het hart van de Heer, en een verzwakking van onze missie. De wereld heeft recht op een krachtig gezamenlijk getuigenis. Te ernstig is de situatie in de wereld, te groot de gevaren die ons bedreigen, te luidruchtig de geest van haat die in allerlei vormen mensen tegen elkaar opzet.
Dit is een tijd voor diepere eenheid van alle christenen, voor radicalere solidariteit met de armen van deze wereld, een tijd voor ommekeer en terugkeer naar God, die met oneindige liefde op ons wacht. De laatste drie pausen hebben allen gesproken over en gebeden om een ‘nieuw Pinksteren’, een bijzondere gave van Gods heilige Geest, die alleen de diepe wonden van onze tijd kan helen en vrede brengen. Maria was temidden van de apostelen toen de Geest kwam. De meimaand is haar maand. Als we haar grootheid erkennen en haar bemiddeling inroepen, zal ze ook nu bij haar Zoon wonderen bewerken van redding, verzoening en vrede, in de wereld en in ons eigen leven. In die zin wens ik u allen een gezegend Pinksterfeest.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam