Deze encycliek uit 1963 van paus Johannes XXIII stelt dat vrede “een bouwwerk is dat rust op vier pijlers: waarheid, gerechtigheid, liefde en vrijheid. Van elk van deze waarden moet sprake zijn om goede, harmonieuze betrekkingen tussen volken en landen te laten bestaan”, aldus Fitzgerald.

Hij voegt daar een vijfde pijler aan toe: het gebed. Het is voor mensen moeilijk hun idealen te verwezenlijken en daarbij is dan ook “Gods hulp nodig, en daar moeten wij nederig om smeken”, zo stelt de boodschap. Behalve vastentijd is de Ramadan een tijd van “intens gebed”, en Fitzgerald verzekert de moslimgemeen-schap dat “wij met u verenigd zijn in het gebed tot de almachtige en barmhartige God”.

Fitzgerald wijst er ook op dat voor het doorbreken van de vasten aan het einde van de dag met de gemeenschappelijke maaltijd, iftâr, “heel vaak mensen van andere religies worden uitgenodigd”. Ook komt het steeds vaker voor dat christenen een iftâr voor hun moslimvrienden organiseren. Fitzgerald: “Dit soort tekenen van vriendschap zijn zeer te waarderen, zeker in een tijd als deze, waarin er zoveel onrust en spanning in de wereld heerst.” (SRKK- Utrecht)

Persdienst Bisdom Haarlem / Wim Peeters