Twee heilige pausen erbij
gepubliceerd: woensdag, 7 mei 2014
Op Beloken Pasen, 27 april, zijn in Rome Johannes XXIII en Johannes Paulus II heilig verklaard. ‘Samen Kerk’ heeft mij gevraagd iets te vertellen over mijn persoonlijke ervaring met deze nieuwe heiligen. Over paus Johannes XXIII kan ik kort zijn.
Toen hij paus was, zat ik op de middelbare school. Mijn belangstelling voor geloof en kerk was toen uiterst gering, en is daarna helemaal verdwenen. Het concilie is geheel aan mij voorbijgegaan. Pas in de jaren ’70 is het geloof in m’n leven terug gekomen. Johannes XXIII was toen al vele jaren dood. Ik ken hem alleen uit de verhalen.
Wat is hij dik
Johannes XXIII was een man van eenvoud en humor. Toen hij net tot paus gekozen was, zo gaat een anekdote, liep hij over het St. Pietersplein. Een vrouw zei tamelijk luid: “Wat is hij dik !” De paus hoorde het, draaide zich om en zei: “Mevrouw, u zult hopelijk begrijpen dat een conclaaf geen schoonheidcompetitie is”. Hij was ook zeer doortastend. Eén van z’n medewerkers waarschuwde dat het volstrekt onmogelijk was om al in 1963 het concilie te beginnen. De paus antwoordde: “Goed, dan doen we het in ‘62”. En zo gebeurde het.
Toch behield hij het hart van een kind. Kardinaal Capovilla (nu 98 jaar oud), die 10 jaar zijn privé secretaris was zei onlangs: “Toen de paus in 1963 stierf, was ik niet getuige van de dood van een oude man. Ik zag een kind sterven”. Heiligen zijn mensen die kinderen blijven, vulde hij aan, en van de paus was hem vooral “zijn glimlach, onschuld en goedheid” bijgebleven.
Beide pausen hebben historische stappen gezet. Johannes XXIII had de moed een concilie bijeen te roepen. Vooral Johannes Paulus II heeft het in praktijk gebracht, door de kerngedachten uit te voeren, en tegelijk misvattingen tegen te gaan. Hij maakte het evangelie ook relevant in sociale en economische verhoudingen, en zocht toenadering tot andere religies en andere christelijke kerken. Niet vanuit valse compromissen of relativering van de eigen geloofsinhoud – zijn verkondiging liet aan duidelijkheid niets te wensen over – maar vanuit het diepe besef dat liefde geen grenzen kent. Verschil van overtuiging, ook al gaat het tot in je vezels, mag nooit aanleiding zijn om op te houden lief te hebben, begreep hij. Dan zouden we het hart van ons geloof verraden. Dat is het waarin extremisten zich zo grondig vergissen.
Santo subito
Paus Johannes Paulus II heb ik wel goed gekend. Als priester heb ik hem al eens ontmoet en in de jaren dat ik bisschop ben, verschillende malen persoonlijk mogen spreken. Ik heb hem zien worden van een krachtige dynamische persoonlijkheid tot een lijdende dienaar Gods, die steeds meer de gevangene werd van zijn eigen lichaam, en die je zelfs tijdens het gesprek zag vechten om het vol te houden. Ik herinner me dat hij in z’n laatste jaar in Lourdes was. Een Poolse priester, die vlak achter hem zat, vertelde later hoe hij hem in z’n moedertaal meerdere malen hoorde verzuchten: ‘Ik kan niet meer”. Het tekent de diepe eenvoud van zijn persoon, die het aankon in zijn zwakheid gezien te worden.
Het was hem gelukkig vergund waardig te sterven en zelfs van de ziekte van z’n laatste jaren en z’n sterven nog een prachtig getuigenis te maken voor Christus. We herinneren ons allemaal nog wel de gebeurtenissen na zijn overlijden. De hele wereld zat gekluisterd aan de buis. Honderdduizenden jonge mensen trokken zingend door de straten van de eeuwige stad. Op het St. Pietersplein maakten de vele pelgrims meteen duidelijk dat wat hen betreft deze paus een heilige was. ‘Santo subito’ scandeerden ze minutenlang, ‘onmiddellijk heilig verklaren’. Het heeft 9 jaar geduurd. Maar in Romeinse verhoudingen is dat vrijwel ‘onmiddellijk’.
De pausen en Maria
Johannes Paulus was ook een paus die het hele gewicht van zijn ambt in de strijd gooide tegen onderdrukking en totalitaire ideologieën. Zijn invloed werd gevreesd. Het beste bewijs was wel de KGB, die geen andere oplossing meer zag dan hem te vermoorden. Ze hadden echter niet gerekend met de hand van de hemelse moeder die - zoals de paus later zelf getuigde - de richting van de kogel veranderde. Het was tenslotte haar dag, 13 mei, de dag van Fatima, en haar paus. Als jongeling had hij haar tot moeder genomen, indachtig het woord van Christus op het kruis: “Vrouw, ziedaar uw zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder”.
Maria is ons gegeven, getuigde hij later zovele malen, niet als theologische theorie, maar als universele, concrete geestelijke moeder. Hierin stemde hij, wat velen niet weten, volledig overeen met Johannes XXIII. Ook hij was een zeer mariale paus. Bij de aanvang van het tweede Vaticaans Concilie heeft hij de kerkgemeenschap gevraagd om met nieuwe frisse ogen de handelingen van de Apostelen te lezen. Om zich te spiegelen aan de eerste christenen, hun onderlinge liefde, en hun openheid voor de heilige Geest. En centraal stelde hij daarbij de tekst: “De leerlingen bleven eensgezind volharden in het gebed, samen met Maria, de moeder van Jezus”. Met Franciscus hebben we opnieuw een mariale paus. Ook hij is een man van eenvoud en van hoop, maar zonder naïviteit. Net als zijn voorgangers ziet ook hij de ernst van de tijd.
In het kader van de extreme vormen die de christenvervolging wereldwijd heeft aangenomen, sprak hij in een preek over hun lijden als “een profetisch getuigenis, van wat wij allen zullen ondergaan”. Onze tijd beschreef hij als“eindtijd”, niet in de zin van het einde van de wereld, maar van een tijdperk. Door alle dramatiek heen is God iets nieuws aan het bewerken. Dat is het fundament van onze hoop. Dat is de kracht van de Opstanding van Christus, die overal werkzaam is.
Daarom durf ik zeggen: Hoe duisterder alles lijkt te worden in de wereld, de kerk of ook ons eigen leven, hoe meer het Licht nabij is, hoe groter onze hoop en vreugde ook mogen zijn. Maria speelt daarin een centrale rol. Dit is een tijd om ons innerlijk voor te bereiden, te verzoenen met God en met elkaar, en ons te scharen rond Maria, “Moeder van de gehele mensheid”, zoals ook Franciscus haar in navolging van Johannes Paulus II noemt. We hebben er twee nieuwe voorsprekers bij. Mogen wij de kracht van hun bemiddeling ervaren.
+ Mgr. dr. Jozef M. Punt
Bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam