Bisdom Haarlem-Amsterdam










Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Bisdom Haarlem-Amsterdam op Twitter volg Bisdom Haarlem-Amsterdam op Facebook

De dorstige laven in de Efteling

gepubliceerd: woensdag, 30 maart 2016

Fysieke dorst is ons haast onbekend, spi­ri­tu­ele dorst lijkt aan de orde van de dag. Een zoek­tocht naar de dors­tigen in onze maat­schap­pij. En naar een manier om deze dorst te lessen.

Het volk van Laaf in de Efteling
Het volk van Laaf in de Efteling

“De dors­tige laven? Oh ja, die ken ik wel,” zei eens een jon­gere, “dat is toch dat volkje uit de Efteling?” Het is een mooi voor­beeld van de bekend­heid van de werken van barm­har­tig­heid. Of een voor­beeld van hoe ker­ke­lijke taal ook verstaan kan wor­den. Vandaar dat we in het Jaar van de Barm­har­tig­heid aan­dacht willen beste­den aan de ver­schil­lende werken van barm­har­tig­heid. Deze keer staat de dors­tigen laven centraal. Of, in de taal van deze tijd, de dors­tigen te drinken geven.

Kost­baar goed

Waar vin­den we dan dors­tigen? In ons waterland vol sloten, rivieren, en meren is dorst een zeld­zaam ver­schijn­sel. Hoogstens is er sprake van dorst bij een hittegolf in de zomer. Het Oude Testa­ment daar­en­te­gen is een compleet andere leef­we­reld. Met een enkele rivier als de Jordaan en voor de rest dor woes­tijnland­schap, is men af­han­ke­lijk van kleine bronnen en regen. Terwijl in Neder­land de regen een bekend feno­meen is, evenals het geklaag erover bij de koffie en de kapper, is regen in het bijbels land een zeld­zaam ver­schijn­sel. Logisch dat water een kost­baar goed is en dorst een altijd dreigende vijand. Gebrek aan water leidt niet alleen tot dorst, maar ook tot een voort­du­rende vrees voor droogte die tot misluk­king van de oogst leidt en uit­ein­delijk tot hon­gers­nood. Gebrek aan water heeft grote con­se­quenties voor het mensen­be­staan.1

Dorsten naar God

Een bekend bijbels verhaal over gebrek aan water en dorst is Exodus 17. Het verhaal ver­telt over de tocht door de woes­tijn, na de vlucht uit Egypte. Het volk dat door Mozes wordt geleidt, heeft (opnieuw) dorst gekregen na dagen van droogte. Als ze zijn aange­ko­men op een geschikte plek om te rusten, blijkt er weer geen water te zijn en beginnen ze te klagen. Mozes moet het ontgel­den en hij richt zich tot God en vraagt hem om hulp. Dan vindt er een gebeur­te­nis plaats die in ver­schil­lende kin­der­bij­bels mooie illus­tra­ties oplevert: Mozes moet met zijn staf op de rots slaan. Hij doet wat God van hem verlangt en na een ferme klap stroomt er water uit de rots.

In het Oude Testa­ment vallen droog en dors­tig land bijna altijd samen met godverlaten­heid. Niet alleen de licha­me­lijke dorst speelt een be­lang­rijke rol in de verhalen, maar mis­schien ook wel de vraag of God met de mensen meetrekt. Is Hij wel aanwe­zig of laat Hij ons in de steek? De dorst in deze let­ter­lijke en figuur­lijke zin komen we ook veel­vul­dig tegen in het Nieuwe Testa­ment. Zo lezen we in het evan­ge­lie­ver­haal van de vrouw bij de water­put in Johannes 4 een gesprek over water. Daar wordt het water dat je fysieke dorst lest, omgezet in water dat een bron wordt voor je inner­lijk leven. In over­drachte­lijke zin kan ‘dorst hebben’ ook de bete­ke­nis in zich dragen van het dorsten naar God, het verlangen hebben om God te ervaren.

Concrete oproep

Laten we niet voor­bij­gaan aan de let­ter­lijke bete­ke­nis van dit werk van barm­har­tig­heid om de dors­tigen te drinken geven. Het is een concrete oproep om de han­den uit de mouwen te steken en de mede­mens, de ander te helpen. Hongersno­den en extreme droogte zijn grote bedrei­gingen voor het gehele bestaan. Dankzij de inzet van velen proberen we de wereld een beetje beter te maken en hon­ger en dorst terug te dringen. Dicht bij huis, zoals op vele plekken in dit bisdom, wordt er met veel zorg en liefde omgekeken naar mensen die buiten de boot vallen. Maar ook ver­der weg staan er mensen klaar om die concrete oproep han­den en voeten te geven, zoals het project van de vas­ten­ac­tie in Noor­doost Oeganda laat zien (kijk op www.vas­ten­ac­tie.nl). Een ander sprekend voor­beeld is paus Fran­cis­cus die de vreugde van het evan­ge­lie en de dienst aan de armen (weer) in het hart van de kerk plaats. Zowel binnen als buiten de katho­lie­ke kerk zorgt deze hernieuwde aan­dacht voor de barm­har­tig­heid van de paus voor een posi­tief en men­se­lijk geluid in de wereld.

Oude taal

Toch blijft het idee te­rug­ke­ren dat die meta­fo­rische bete­ke­nis van dorst in onze tijd ook een be­lang­rijke plaats inneemt. Waar zijn vandaag de dag mensen die een sterk verlangen of dorst hebben naar God? Welke mensen hebben behoefte aan hoop, geloof en liefde?

Dat brengt ons terug bij de uit­spraak van die ene jon­gere over de dors­tige laven uit de Efteling. De ‘oude’ ker­ke­lijke taal wordt niet altijd meer begrepen of roept andere associaties op. Terwijl de oproep om iets te doen voor een ander geen onbekend geluid is in deze tijd. Zo blijkt wel uit het en­thou­sias­me van vele jonge mensen om bij te dragen aan de succes­volle geldinzamelingsacties van 3FM Serious Request vlak voor Kerst.

Gere­geld klinkt de opmer­king dat jon­gere gene­ra­ties niet meer bezig zijn met geloof en zin­ge­ving­vra­gen en niet naar een kerk gaan. Dit wordt uiter­aard betreurd door mensen die daarbij juist wel betrokken zijn. Het lijkt dat datgene wat voor hen zo be­lang­rijk is in hun leven, niet wordt voort­ge­zet en hen bekruipt weleens de gedachte dat over enkele decennia de laatste kerk­gan­ger de deur achter zich zal dichttrekken.2 Dit is echter een erg snelle con­clu­sie. Dat er weinig jonge mensen op zon­dag­mor­gen in de tra­di­tio­nele kerk­ge­bouwen te vin­den zijn, is geen nieuw ver­schijn­sel. Maar of het weg­blij­ven ook iets zegt over hun geloofs­be­le­ving en dorst naar God, spiri­tua­li­teit, geloof en rituelen is nog maar de vraag.

Jon­ge­ren niet in de kerk, en geloof dan?

Dit was voor onder­zoe­kers van de Uni­ver­si­teit van Tilburg (voor­heen KTU) reden een onder­zoek te doen naar de reli­gi­euze bele­ving van jon­ge­ren. Hieruit komt naar voren dat waar­den die be­lang­rijk zijn voor jon­ge­ren onder andere authentici­teit, vrien­den en het hebben van sociale contacten zijn.3 Gelijk aan de oudere gene­ra­ties geeft der­tig procent van de onder­vraagde jon­ge­ren aan op een bepaalde manier verbon­den te zijn met reli­gi­euze instituties als de kerk. En de trend van de ont­ker­ke­lij­king lijkt onder de hui­dige gene­ra­tie jon­ge­ren te stagneren. Van de groep die zich niet rekent tot een kerk of reli­gi­euze groepe­ring, blijkt ook een groot aantal zich wel dege­lijk bezig te hou­den met reli­gi­euze zaken. Zij geven aan te bid­den, stille of heilige plekken te bezoeken, een kaarsje op te steken of een stilte­ruim­te op hun kamer te hebben.

foto: Ramon Mangold
Jongeren tijdens de Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro
Jon­ge­ren tij­dens de Wereld­jon­ge­ren­da­gen in Rio de Janeiro

Deze open hou­ding naar geloof, rituelen en spiri­tua­li­teit laat de behoefte zien en het verlangen naar datgene waar de kerken zich primair oprichten, het evan­ge­lie en de zorg voor de armen. Het geeft een verlangen naar God weer, ook al is het de vraag of jon­ge­ren dit zelf ook zo zou­den benoemen. Dit biedt veel kansen voor kerk­ge­meen­schappen. Mis­schien wel vanuit een vernieuwde en dienst­ba­re hou­ding en vanuit de concrete vragen over het leven. Samen zoeken naar hoe we dit in gesprek kunnen brengen met de ‘schat’ van de chris­te­lijke c.q. katho­lie­ke spiri­tua­li­teit. Een mak­ke­lijke oplos­sing voor dit vraag­stuk is er niet, maar het is wel van belang bij de vragen stil te staan.

In onze maat­schap­pij

Wie zijn nu de dors­tigen in onze maat­schap­pij? Het is te ge­mak­ke­lijk om de niet kerk­gaande jon­gere gene­ra­tie te zien als de dors­tigen. De kerken hebben immers de traditie en de schat aan geloofsbagage. Maar zijn onze kerk­ge­meen­schappen ook niet met een grote dorst op zoek naar oplos­singen om de ge­meen­schap levend te hou­den, om samen het lichaam van Christus te blijven vormen?

De titel van het laatste onder­zoeks­rap­port naar jon­ge­ren en religie uit 2013, genaamd: Kerk uit zicht? Jon­ge­ren in­spi­re­ren...!, geeft ons een mooie voorzet. De jon­gere gene­ra­tie kan ons als kerk­ge­meen­schap in­spi­re­ren de tekenen van de tijd te verstaan. Dit is een van de be­lang­rijk­ste begrippen van het Tweede Vati­caans Concilie gewor­den. En volgens het concilie moet de kerk die tekenen onder­zoeken, be­luis­te­ren, begrijpen, in­ter­pre­te­ren, en beoor­de­len in het licht van het god­de­lijk Woord. Op welke wijze we geïnspireerd kunnen wor­den laat onze paus zien.

De paus als voor­beeld?

In het boek Paus Fran­cis­cus – een revolutie van de teder­heid en de liefde beschrijft Walter Kasper een mooi voor­beeld van hoe de hui­dige paus naar jon­ge­ren kijkt. “Be­lang­rijk zijn voor de paus – bijna zou men zeggen van­zelf­spre­kend – de jon­ge­ren. Bij de begroe­ting van de jon­ge­ren op de Wereld­jon­ge­ren­da­gen (WJD) in Rio de Janeiro op 25 juli 2013 zei hij: ‘Ik ben geko­men om zelf door het en­thou­sias­me van jullie geloof ver­sterkt te wor­den. Zoals jullie weten zijn in het leven van een bis­schop veel problemen die om oplos­singen verlangen. En met deze problemen en moei­lijk­he­den kan het geloof van een bis­schop triest wor­den. Hoe erg is een trieste bis­schop! Hoe erg! Om te vermij­den dat mijn geloof tries­tig wordt, ben ik naar hier geko­men om het en­thou­sias­me van jullie allemaal over te nemen!’”

Paus Fran­cis­cus kent van­zelf­spre­kend de moei­lijk­he­den van de jon­ge­ren vandaag de dag en van het jon­ge­ren­pas­to­raat. (Evangelii Gaudium 105v.) Maar hij weet ook: “De jon­ge­ren roepen ons op de hoop weer op te wekken en te ver­gro­ten, omdat zij de nieuwe ten­densen van de mens­heid in zich dragen en ons openstellen voor de toe­komst, zodat wij niet blijven steken in nostalgie naar struc­tu­ren en ge­woon­ten die niet meer dra­gers van leven zijn in de hui­dige wereld. (EG 108)”

Jaar van de Barm­har­tig­heid

De zeven werken van barm­har­tig­heid zijn:

Heilig Jaar van Barmhartigheid
  1. de hon­gerigen spijzen
  2. de dors­tigen laven
  3. de naakten kle­den
  4. de vreem­de­lingen her­bergen
  5. de zieken ver­zorgen
  6. de ge­van­ge­nen bezoeken
  7. de doden begraven

Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woor­den van Jezus in het Evan­ge­lie van Matteüs (Mt. 25,35-36). Het zevende is gebaseerd op het Bijbel­boek Tobit (1,17). In de zeven edities van jaargang 2016 van SamenKerk beste­den wij, tij­dens het Heilig Jaar (van de Barm­har­tig­heid), steeds aan­dacht aan een van de werken van barm­har­tig­heid. Bij deze serie is steeds in het mid­den van SamenKerk een afbeel­ding afgedrukt van ‘De werken van barm­har­tig­heid’ van de Meester van Alkmaar uit 1504 (thans te bezich­tigen in het Rijks­mu­seum).

Het is in­spi­re­rend om de tip van paus Fran­cis­cus zelf toe te passen en opzoek te gaan naar (jonge) mensen die en­thou­siast zijn gewor­den door het evan­ge­lie en de zorg voor de naasten. Kijk maar eens naar volwassen dopelingen, een net ingetre­den zuster of broe­der (zie het artikel in de vorige editie van SamenKerk), een jon­gere die naar Taizé is geweest, of een groepje vor­me­lin­gen. Of doe zoals de paus zelf heeft gedaan: ga naar Krakau deze zomer voor een nieuwe WJD en ontmoet een en­thou­siast jonge wereld­kerk! 

Maurice Lagemaat

________________

  1. Werken van barm­har­tig­heid, Heiligen, bijbelse lijnen, Au­gus­ti­nus en medi­ta­ties, Zoetemeer 2012, p. 54 - 58
  2. Monique van Dijk - Groeneboer, Hand­boek jon­ge­ren en religie, Katho­lie­ke, pro­tes­tante en islami­tische jon­ge­ren in Neder­land, Parthenon Almere, 2010. p.8
  3. Monique van Dijk - Groeneboer, Hand­boek jon­ge­ren en religie, Katho­lie­ke, pro­tes­tante en islami­tische jon­ge­ren in Neder­land, Parthenon Almere, 2010. p.17

 

In SamenKerk is een serie gestart over de zeven werken van barm­har­tig­heid. Dit is het tweede artikel dat ook verscheen in editie april 2016 van SamenKerk.



Gerelateerde nieuwsberichten

dinsdag, 20 december 2016Zeven werken van barmhartigheid
maandag, 19 december 2016“Ik geloof heilig in een tweede kans”
dinsdag, 1 november 2016De naam noemen doet pijn; niet noemen nog meer...
donderdag, 1 september 2016‘Een zegen om haar te verplegen’
maandag, 22 augustus 2016Pelgrimage Amsterdam - Jaar van Barmhartigheid
vrijdag, 1 juli 2016‘Nu voel ik mij veilig’
donderdag, 19 mei 2016Geen € 50 in broekzakken
vrijdag, 15 april 2016Paus Franciscus spreekt op Nederlandse dag in Rome
donderdag, 11 februari 2016“Iedere keer weer lekker…”
zaterdag, 2 januari 2016Opening Heilige Deur St. Bavokathedraal Video
dinsdag, 15 december 2015Heilige Deuren geopend - Heiloo & Amsterdam
woensdag, 2 december 2015Opening Heilige Deuren in het Jaar van de Barmhartigheid
vrijdag, 20 november 2015Jaar van de Barmhartigheid op Facebook
maandag, 16 november 2015Brochure over het Jaar van de Barmhartigheid
vrijdag, 13 november 2015Website Heilig Jaar van de Barmhartigheid online
dinsdag, 15 september 2015Bisschoppen schrijven brief bij ‘Heilig Jaar van de Barmhartigheid’
donderdag, 28 mei 2015Voorbereiding op Heilig Jaar van de Barmhartigheid



Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose