Bisdom Haarlem-Amsterdam










Pausboodschap voor Roepingenzondag

‘De wereld heeft pelgrims van hoop nodig!’

gepubliceerd: donderdag, 24 april 2025

Elke roe­ping is een kost­ba­re gave die God in ons hart plant. Elke roe­ping in de Kerk is een teken van hoop. Dat schreef paus Fran­cis­cus in zijn bood­schap voor Roepingen­zon­dag (11 mei). De bood­schap verscheen op 19 maart van dit jaar, ondertekend door de paus in het zie­ken­huis. 

Op 21 april overleed paus Fran­cis­cus op 88-jarige leef­tijd. De bood­schap voor Roepingen­zon­dag is een van de laatste teksten van de paus. Hij stelde de bood­schap in het teken van het Heilig Jaar “Pelgrims van hoop”.

Uitda­ging voor jon­ge­ren

Momen­teel zijn jonge mensen onzeker over hun toe­komstper­spec­tief, aldus paus Fran­cis­cus in zijn bood­schap. Ze ervaren een diepe iden­ti­teits- en waar­den­cri­sis die nog wordt ver­sterkt door sociale media. De hoop op een vervuld leven wordt ook bedreigd door de onrecht­vaar­dige be­han­de­ling van armen, de onver­schil­lig­heid van de maat­schap­pij en de wreed­heid van oorlog. Paus Fran­cis­cus be­klem­toont dat God ons niet verlaat. Hij wil dat we weten dat we bemind, ge­roe­pen en gezon­den zijn als pelgrims van hoop. “Wij, de volwassen leden van de Kerk, in het bij­zon­der de pries­ters, zijn ge­roe­pen de jon­ge­ren te ver­ge­zel­len op hun pad”, schrijft paus Fran­cis­cus.

De gave van het leven vraagt om een edel­moe­dig ant­woord op Gods roepstem. De paus nodigt de jon­ge­ren uit hun oog te richten op jonge heiligen die vol vreugde op Gods roepstem ingingen. Hij noemt onder anderen Carlo Acutis en Pier Giorgio Frassati die bin­nen­kort heilig verklaard wor­den. Zij beleef­den hun roe­ping als een pad naar het ware geluk door de vriend­schap met de verrezen Heer. “Wanneer we naar Jezus luis­te­ren, voelen we het verlangen om onze levens aan God toe te wij­den”, aldus Fran­cis­cus.

Roeping in de context van een geloofs­ge­meen­schap

De ontdek­king van je roe­ping is het re­sul­taat van een reis van onder­schei­ding. Deze reis vindt altijd plaats binnen de context van een geloofs­ge­meen­schap. Paus Fran­cis­cus roept de jon­ge­ren op stil te staan en te luis­te­ren naar wat hun hart hun zegt. Daarbij is de stilte van het gebed onmis­baar om Gods roepstem te horen.

Bege­lei­ders van roe­pingen en speciaal gees­te­lijk bege­lei­ders moeten jon­ge­ren be­ge­lei­den met die hoop, dat geduld en dat ver­trouwen die een weer­spie­geling zijn van Gods eigen pedagogie. Paus Fran­cis­cus: “Ze moeten in staat zijn goed te luis­te­ren, zich betrouw­ba­re en behulpzame gidsen tonen en degenen, die aan hun zorg zijn toe­ver­trouwd, helpen open te staan voor Gods stem.”

Wapen paus Franciscus

De Heilige Stoel

Bood­schap van de Heilige Vader Fran­cis­cus
voor de 62ste Wereld­ge­beds­dag voor Roepingen

11 mei 2025

Pelgrims van hoop: de gave van het leven

 

Geliefde broe­ders en zusters,

Bij deze 62ste Wereld­ge­beds­dag voor Roepingen wil ik een vreug­de­volle en bemoe­digende uit­no­di­ging tot u richten om pelgrims van hoop te zijn door uw leven edel­moe­dig te schenken.

Roeping is een kost­ba­re gave die God zaait in de harten, een oproep om er op uit te gaan om een weg van liefde en dienst­baar­heid te gaan. En iedere roe­ping in de Kerk - of die nu die van een leek of die tot het gewijde ambt of het god­ge­wijde leven is - is een teken van de hoop die God koestert voor de wereld en voor ieder van zijn kin­de­ren.

In onze tijd voelen veel jon­ge­ren zich verloren ten opzichte van de toe­komst. Vaak ervaren zij onzeker­heid over vooruit­zichten op werk en ervaren zij dieper een iden­ti­teits­cri­sis, een crisis van zin en waar­den, die het nog moei­lijker maakt om met de digitale ver­war­ring om te gaan. Het onrecht ten opzichte van de zwakken en de armen, de onver­schil­lig­heid van een egoïstisch wel­zijn, het geweld van de oorlog bedreigen de plannen voor een goed leven die jon­ge­ren in hun hart koes­te­ren. En toch laat de Heer, die het hart van de mens kent, ons niet in onzeker­heid achter, integen­deel, Hij wil dat we ons ervan bewust zijn dat we bemind, ge­roe­pen en gezon­den zijn als pelgrims van hoop.

Daarom wor­den wij, volwassen leden van de Kerk, vooral de her­ders, aangespoord om de weg van de nieuwe gene­ra­ties te aan­vaar­den en te be­ge­lei­den. En jullie, jon­ge­ren, zijn ge­roe­pen om de hoofdrol­spe­lers, of beter mede­hoofdrol­spe­lers te zijn met de Heilige Geest, die in jullie het verlangen wekt om van het leven een gave van liefde te maken.

De weg van de eigen roe­ping aan­vaar­den

Beste jon­ge­ren, “jullie leven is geen “intussen”. Jullie zijn het nu van God” (apost. exhort. Christus vivit, 178). Het is nood­za­ke­lijk om te beseffen dat de gave van het leven een edel­moe­dig en trouw ant­woord vereist. Kijk naar de heilige en zalige jon­ge­ren die met vreugde geant­woord hebben op de oproep van de Heer: de heilige Rosa van Lima, de heilige Domenico Savio, de heilige Theresia van het Kind Jezus, de heilige Gabriele dell’Addolorata, de zalige - bin­nen­kort heilige - Carlo Acutis en Pier Giorgio Frassati en zoveel anderen. Ieder van hen heeft de roe­ping beleefd als een weg naar het ware geluk in de relatie met de levende Jezus. Wanneer wij naar zijn woord luis­te­ren, brandt ons hart in onze borst (vgl. Luc. 24, 32) en voelen wij het verlangen om aan God ons leven toe te wij­den! Dan willen wij ont­dek­ken op welke manier, in welke vorm wij de liefde die Hij het eerst aan ons schenkt, kunnen terug­ge­ven.

Iedere roe­ping, die in de diepte van het hart wordt ervaren, laat een ant­woord ontkiemen als een inner­lijke stimulans tot liefde en dienst­baar­heid, als bron van hoop en naasten­liefde en niet als een zoeken naar zelfbevesti­ging. Roeping en hoop vervlechten zich dus in het god­de­lijk plan voor de vreugde van iedere man en iedere vrouw, die allen per­soon­lijk ge­roe­pen zijn om hun leven aan te bie­den voor de ander (vgl. apost. exhort. Evangelii gaudium, 268). De jon­ge­ren die de weg proberen te leren kennen waartoe God hen roept om die af te leggen: som­mi­gen herkennen - vaak tot hun verras­sing - de roe­ping tot het pries­ter­schap of het god­ge­wijde leven; anderen ont­dek­ken de schoon­heid van de roe­ping tot het huwe­lijk en het ge­zins­le­ven, evenals de inzet voor het gemeen­schap­pe­lijk wel­zijn en het geloofs­ge­tui­ge­nis onder collega’s en vrien­den.

Iedere roe­ping wordt bezield door de hoop, die zich ver­taalt in ver­trouwen op de Voor­zienig­heid. Voor een christen is immers hopen veel meer dan simpel men­se­lijk opti­misme: het is veeleer een zeker­heid die wor­telt in het geloof in God, die werkt in het leven van ieder mens. En zo rijpt de roe­ping door middel van de dage­lijkse trouwe inzet voor het evan­ge­lie, in het gebed, in de onder­schei­ding, in de dienst­baar­heid.

Beste jon­ge­ren, de hoop in God stelt nooit teleur, omdat Hij iedere stap begeleidt van wie zich aan Hem toever­trouwt. De wereld heeft behoefte aan jon­ge­ren die pelgrims van de hoop zijn, moe­dig in het wij­den van hun eigen leven aan Christus, vol vreugde door het feit dat zij zijn leer­lin­gen-mis­sio­na­rissen zijn.

De weg van de eigen roe­ping on­der­schei­den

De ontdek­king van de eigen roe­ping geschiedt door middel van een weg van onder­schei­ding. Dit traject is nooit een­zaam, maar ontwikkelt zich binnen en samen met de chris­te­lijke ge­meen­schap.

Beste jon­ge­ren, de wereld zet jullie ertoe aan om haas­tige keuzes te maken, de dagen te vullen met lawaai en verhin­dert jullie zo om een stilte te ervaren die open­staat voor God, die tot het hart spreekt. Heb de moed om stil te staan, te luis­te­ren binnen jezelf en God te vragen waar­van Hij voor jullie droomt. De stilte van het gebed is onontbeer­lijk om de roep van God in het eigen leven te “lezen” en om een vrij en bewust ant­woord te geven.

De inkeer tot jezelf maakt het moge­lijk te begrijpen dat wij allen pelgrims van de hoop kunnen zijn, als wij van ons leven een gave maken, vooral in dienst van hen die in armoede of onder het bestaansminimum leven aan de ran­den van de samen­le­ving.

Wie luistert naar God die roept, kan niet de kreet van zoveel broe­ders en zusters negeren die zich uit­ge­slo­ten, in de steek gelaten, voelen. Iedere roe­ping doet ons ervoor openstaan om daar waar behoefte is aan licht en troost, een ver­te­gen­woor­diging van Christus te zijn. In het bij­zon­der zijn de leken­ge­lo­vigen ge­roe­pen om “zout, licht en desem” van het Rijk God te zijn door middel van een inzet op maat­schap­pe­lijk en pro­fes­sio­neel gebied.

De weg van de roe­ping be­ge­lei­den

Laten met dat per­spec­tief degenen die werk­zaam zijn in de pas­to­raal en op het terrein van de roe­ping, vooral de gees­te­lij­ke bege­lei­ders, niet bang zijn om de jon­ge­ren te be­ge­lei­den met een hoop­vol en gedul­dig ver­trouwen in de Gods pedagogie. Het gaat erom voor hen mensen te zijn die in staat zijn om te luis­te­ren en zich respect­vol om hen te bekommeren, mensen op wie zij kunnen ver­trouwen, wijze gidsen, bereid om hen te helpen en die erop letten de tekenen van God op hun weg te herkennen.

Daarom spoor ik ertoe aan om de zorg voor de chris­te­lijke roe­ping op de ver­schil­lende terreinen en ac­ti­vi­teiten van het leven te bevor­de­ren en om er voor te zorgen dat ieder­een gees­te­lijk open­staat voor de stem van God. Hiertoe is het be­lang­rijk dat edu­ca­tieve en pas­to­rale trajecten voor­zien in ruimte voor de be­ge­lei­ding van roe­pingen.

De Kerk heeft behoefte aan her­ders, reli­gi­euzen, mis­sio­na­rissen, echt­ge­no­ten die met ver­trouwen en hoop “ja” weten te zeggen tegen de Heer. De roe­ping is nooit een schat die op­ge­slo­ten blijft in het hart, maar roe­ping groeit en wordt ver­sterkt in de ge­meen­schap die gelooft, liefheeft en hoopt. En omdat niemand alleen kan ant­woor­den op de oproep van God, hebben wij allen het gebed en de steun van onze broe­ders en zusters nodig.

Gelief­den, de Kerk is levend en vrucht­baar wanneer zij nieuwe roe­pingen voort­brengt. En de wereld zoekt vaak onbewust getuigen van hoop die met hun leven ver­kon­di­gen dat Christus volgen een bron van vreugde is. Laten wij daarom niet moe wor­den om aan de Heer nieuwe arbei­ders voor zijn oogst te vragen, in de zeker­heid dat Hij met liefde blijft roepen. Beste jon­ge­ren, ik ver­trouw jullie navol­ging van de Heer toe aan de voor­spraak van Maria, Moeder van de Kerk en de roe­pingen. Ga altijd als pelgrims van de hoop de weg van het evan­ge­lie! Ik begeleid jullie met mijn zegen en vraag jullie alsjeblieft voor mij te bid­den.

Rome, Polikliniek Gemelli, 19 maart 2025

+ Fran­cis­cus

Vertaling: drs. H.M.G. Kretzers
Eindredactie: A. Kruse, MA
Copyright: Libreria Editrice Vaticana/SRKK




Bisdom Haarlem - Amsterdam • Postbus 1053 • 2001 BB  Haarlem • (023) 511 26 00 • info@bisdomhaarlem-amsterdam.nlDisclaimerDeze website is gerealiseerd door iMoose